首页 | 本学科首页   官方微博 | 高级检索  
相似文献
 共查询到20条相似文献,搜索用时 15 毫秒
1.
Vorig jaar overleed Hendrikje van Andel op 115 jarige leeftijd. Bijzonder was dat tot op de laatste dag haar hersenen nog goed functioneerden: “als van een gezonde vrouw van vijftig of zestig jaar”. Mensen bereiken zelden deze hoge leeftijd en van degenen die zich hoog bejaard mogen noemen, zijn er velen die lijden aan stoornissen in de hersenfuncties. De voornaamste van deze hersen- of cognitieve functies zijn inprentingen, geheugen, oriëntatie, taalgebruik en taalbegrip, rekenen, snelheid van informatieverwerking, aandacht en concentratie. Europese prevalentie cijfers van ouderen met cognitieve aandoeningen variëren sterk en zijn afhankelijk van leeftijd en toegepaste definities.  相似文献   

2.
Conclusie Uit de boven medegedeelde onderzoekingen is af te leiden, dat verwacht kan worden, dat de infectiekans met bacteri?n van de typhus- en dysenterie groep, ten gevolge van het baden in het midden van de Rawa-Pening ver van de kanten, gering is en dat deze nog verminderd kan worden als de baders geregeld met prophylactisch typhus- en dysenterievaccin inge?nt zijn; de infectiekans is binnen een strook van ± 200 M langs de kanten grooter dan in het midden. Verder is, gezien het hooge percentage van leptospirendragers onder de sawah-ratten, een infectie met leptospira bij het baden in de Rawa-Pening te vreezen. Zij, die slechts roeien en zeilen in de waterplassen, behoeven niet beducht te zijn voor het verkrijgen van bovengenoemde ziekten.   相似文献   

3.
Signalementen     
Vroege opsporing en verbeterde behandeling hebben gezorgd voor een snelle toename van het aantal mensen dat kanker overleeft, maar wat zijn de lange-termijn-effecten? Gezondheidspsycholoog Floortje Mols (25 jr) startte in 2004 bij het Integraal Kankercentrum Zuid te Eindhoven een promotieonderzoek naar de kwaliteit van leven (KvL) onder ruim 2000 ex-kankerpatiënten die 5 tot 15 jaar geleden de diagnose kanker kregen (borst-, prostaat-, baarmoeder- of lymfeklierkanker). De KvL bleek goed te zijn en globaal vergelijkbaar met de algemene Nederlandse populatie. Zelfs vond 79 % van de ex-borstkankerpatiënten tenminste één aspect van hun leven positief veranderd: o.a. waardering van het leven of relaties met anderen.  相似文献   

4.
Met deze nieuwe rubriek wil het Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie aandacht schenken aan recente elders gepubliceerde artikelen over wetenschappelijk onderzoek. Het kan werk van buitenlandse onderzoekers betreffen of onderzoek uit België of Nederland dat in een internationaal tijdschrift is gepubliceerd. De redactie wil met een kernachtige bespreking de belangstelling van de lezers voor het beschreven onderzoek wekken. Sommige lezers zullen daarna het artikel willen opzoeken en in zijn geheel lezen. Maar ook als de lezer denkt ‘zeer interessant, maar ik weet genoeg’, mist deze rubriek zijn uitwerking niet.  相似文献   

5.
Signalementen     
Problemen met lopen en cognitie komen te vaak samen voor bij ouderen om alleen ‘toevallig’ te zijn. Klinisch geriater i.o. Marianne van Iersel, 31 jr, onderzocht hoe beide factoren elkaar beïnvloeden. Uit haar promotieonderzoek blijkt dat het verdelen van aandacht en het inzicht in eigen mogelijkheden en beperkingen een rol spelen in de regulatie van lopen. Ook andere cognitieve functies zijn belangrijk, zoals het hebben van voldoende overzicht, het op kunnen stellen van een strategie voor het lopen en deze kunnen aanpassen als de omstandigheden veranderen. Een betere prestatie op deze cognitieve functies hangt samen met een betere loop- en balansprestatie tijdens lopen met een cognitieve dubbeltaak (terugtellen vanaf 100 door steeds 7 af te trekken en het noemen van zoveel mogelijk dierennamen, onder het lopen).  相似文献   

6.
Samenvatting Terwijl voorafgaande onderzoekingen hadden geleerd, dat de bacteriophagen verkregen uit verhitte sporen van bacillen uitsluitend mutilaten konden aantasten, welke tot dezelfde soort behoorden als de stammen welke den phaag produceerden, bleken de bacteriophagen verkregen doorophooping van myco?des- of undulatus-mutilaten met tuingrond niet alleen in staat myco?des- of undulatus-mutilaten aan te tasten, maar ook de mutilaten van de heterologe Bac. megatherium. Omgekeerd waren phagen, welke waren verkregen door ophooping van megatherium-mutilaten met tuingrond in staat de heterologe myco?des- of undulatus-mutilaten aan te grijpen. De aandacht werd gevestigd op de mogelijke onreinheid van phagen, welke op andere wijze zijn verkregen dan uit verhitte sporen en de wenschelijkheid uitgesproken alle tot heden beschreven eigenschappen van “den” bacteriophaag nog eens te toetsen aan die van de “sporenphagen”. Voordracht te Utrecht gehouden op 18 November 1933 voor de Nederlandsche Vereeniging voor Microbiologie.  相似文献   

7.
Dementie tast niet alleen diverse cognitieve functies aan, maar gaat in veel gevallen ook gepaard met gedragsstoornissen, in de vorm van excessief gedrag (verbale of fysieke agressie) of juist een tekort aan activiteit (apathie). Gedragsstoornissen bemoeilijken de verzorging, vergroten de functionele beperkingen, en zijn vaak de eerste reden voor verhuizing naar een verpleeghuis. Ook in het verpleeghuis zelf komt moeilijk hanteerbaar gedrag veel voor. Medicamenteuze behandeling van gedragsstoornissen heeft een lange traditie, maar is niet altijd doeltreffend en kent belangrijke nadelen. De belangstelling voor psychologische interventies is groeiende, maar wetenschappelijk bewijs voor de werkzaamheid is schaars.  相似文献   

8.
Samenvatting De door Lecomte du Noüy gevonden hydratatie-toename der prote?nen in dierlijk-serum door verwarming, geldt ook voor menschen-serum. Verschillen in verwarmingshydratatie tusschen zieken en gezonden werden niet gevonden. Door middel van een goudsolreactie werd in verwarmd gezond serum een geringe afname van electrolyten aangetoond, in verwarmd ziek serum een veel sterker afname. Deze afname kan een gevolg van een grooter bindingsvermogen door prote?nen zijn, bijv. ten gevolge van een verhoogde “Schutzwirkung”, in ge?nactiveerd serum. Het is mogelijk de chromaat-propionzuurreactie te verklaren, door de aangetoonde verschillen in bindingsvermogen der prote?nen voor electrolyten, in ziek en gezond serum.   相似文献   

9.
Samenvatting Voor de toepassing van het chloor-marmer-procédé gelden niet dezelfde vermelde criteria als voor de toepassing van de gewone chloreering. Onder zeer bepaalde en zeer gunstige omstandigheden (b.v. korte turnoverperiode, niet overmatig bezoek, water van daartoe geschikte samenstelling zal het bij het continue systeem kunnen worden toegepast en zal het doel van dit procédé: het vermijden van de prikkelende chloorlucht in overdekte zweminrichtingen, kunnen worden bereikt; de ervaring heeft ons geleerd dat bij gelijke chloordoseering, het chloor-marmer-procédé onder gunstige omstandigheden een verkorting van den desinfectietijd kan opleveren vergeleken bij de toepassing van chloor alleen, terwijl somtijds bovendien de chloortoevoeging kan worden vergroot met evenredig beter desinfectie resultaat.Wat betreft de desinfectie door zilvernitraat, c.q. het electro-katadyn-systeem: in principe bestaat tusschen beiden geen verschil, daar het effect voornamelijk afhankelijk is van de vrije zilverionenconcentratie in het milieu waarin de desinfectie wordt toegepast. De methodiek der desinfectieproeven heeft invloed op den waargenomen desinfectietijd. Hoe kan worden verhinderd dat te veel vrije zilverionen in de agarplaat worden meegenomen en haar hun werking voortzetten, waardoor een te gunstig desinfectie resultaat wordt voorgespiegeld, is nog een punt van onderzoek.Het nadeel van de toepassing van dit procédé bij, zwemwater is hierin gelegen, dat eenerzijds in den regel de concentratie niet kan worden opgedreven omdat daarbij de helderheid van het water wordt beïnvloed, anderzijds de vergrooting van de concentratie geen evenredig betere desinfectie waarborgt.Voor de toepassing bij het periodieke systeem is het procédé onbruikbaar; onder zeer bijzondere omstandigheden, (continu systeem zonder circulate, weinig bezoek, water van geschikte samenstelling) zou misschien een matig effect te bereiken zijn. In dat geval zou het, afgezien van de kosten, voordeelen bieden door afwezigheid van hinder voor zwemmers: bij het gewone continue systeem met circulatie schijnt het ons niet mogelijk resultaten te verkrijgen, die het effect van een juist toegepaste chloreering of behandeling met chlooramine van zwemwater bij benadering evenaren.  相似文献   

10.
Samenvatting Op grond van theoretische overwegingen meende schrijver te mogen verwachten, dat anaerobe bacillenniet in benzidinebouillon,niet in bloedbouillon dochwel in benzidine-bloedbouillon gedurende herhaalde passages zouden kunnen worden voortgekweekt. Dit blijkt inderdaad het geval te zijn. Dit pleit voor de hypothese vanM'Leod en Gordon, dat de obligate anaerobie der anaerobe bacillen berust op hun vorming van peroxyde, terwijl zij voor die stof uitermate gevoelig zijn en bij gebrek aan katalase of peroxydase deze niet onschadelijk kunnen maken. De combinatie van bloed en benzidine bezit dit vermogen om peroxyde te verwerken in hooge mate; vandaar dat zij samen den groei van anaerobe bacillen aan de vrije atmospheer mogelijk maken. De proeven vanGoldie, die anaerobe bacillen in aerobe zou hebben omgekweekt, werden niet bevestigd. Summary The author expressed the opinion that on theoretical considerations he expected that anaerobe bacilli would not be bred in benzidine-bouillon, nor in blood-bouillon, but would continue to be bred in benzidine-blood-bouillon during repated passages. This, as a matter of fact, proves to be the case. This speaks well for the hypothesis ofM'Leod and Gordon that the obligate anaeroby of the anaerobe bacilli is based on their producing peroxyde, whereas they are extremely sensitive to this substance and by lack of catalase or peroxydase are unable to render this harmless. The combination of blood and benzidine has this power to assimilate peroxyde in a high degree; hence it is possible that together they permit the culture of anaerobe bacilli in open containers. The experiments of Goldie, who is said to have converted anaerobe bacilli into aerobe, have not been confirmed. Voordracht gehouden voor de vergadering der Ned. Vereen. voor Microbiol. op 5 Mei 1934 te Baarn.  相似文献   

11.
The length of the juvenile period was found to be associated with the degree of juvenility (degree to which seedlings show juvenile symptoms) and with the time leaf buds break in spring. The time of bud break was also related to time of flowering; bud break and juvenility were not interrelated. The observations suggest that preselection on the basis of a low degree of juvenility and early bud break together would substantially increase the proportion of early-bearing and, to a smaller extent, that of early-flowering seedlings in the selected material. The shift towards earlier flowering was not accompanied by an advance of the date at which flowering ended, at least when the selection limit is based on the progeny mean. The degree of leaf fall (colour) during autumn appeared to be closely related to the time the fruits become picking ripe; no significant relation existed between this parameter and juvenility or bud break. The degree or time of leaf fall (colour) is a possible pre-selection criterion of the time of picking.
Samenvatting De duur van de jeugdperiode bleek verband te houden zowel met de mate van juveniliteit als met de tijd dat de bladknoppen in het voorjaar uitlopen. Er bestond ook samenhang tussen uitlopen en bloeitijd, maar geen samenhang tussen het uitlopen en de mate van juveniliteit. Het is waarschijnlijk, dat voor-selectie op zowel geringe juveniliteit als vroeg uitlopen het percentage vroeg produktieve zaailingen in het geselecteerde materiaal aanzienlijk zou verhogen; in mindere mate ook het percentage vroeg-bloeiende zaailingen. De verschuiving naar vroeger bloeiend ging niet gepaard met een vervroeging van het tijdstip waarop de bloei eindigde. De mate van bladval (verkleuring) gedurende de herfst bleek sterk gecorreleerd te zijn met de pluktijd van de vruchten. De mate of de tijd van bladval kan dienen om de zaailingen in een vroeg stadium op pluktijd te selecteren.
  相似文献   

12.
Male sterile “lines” are being made carrying either Ne 1 sor Ne 2 sin homozygous condition. The “lines” will be used to determine the necrosis genotype of wheat varieties and at the same time to trace genes restoring fertility in cytoplasmic sterile “lines”. It is suggested that hybrid necrosis could be used in hybrid seed production. The article is concluded with a list of 100 varieties and selections of which the genotype for hybrid necrosis is given.
Samenvatting De methode wordt beschreven om een groot aantal tarwerassen en-selecties met behulp van mannelijke steriele toetslijnen op hun genotype voor bastaard-necrose te onderzoeken. Deze methode wordt tegelijkertijd gebruikt om fertiliteit herstellende genen op te sporen. De mogelijkheid wordt geopperd, dat bastaard-necrose te benutten zou zijn bij de productie van hybride-tarwezaad. Het artikel wordt besloten met een aanvullende lijst van 100 tarwerassen en-selecties, waarbij het genotype voor bastaard-necrose is vermeld.
  相似文献   

13.
Samenvatting Bij 3 proefreeksen werden fretten intranasaal besmet met het gorgelwater van 8 grieppatiënten en van 1 lijder aan bronchopneumonie.In het gorgelwater van den lijder aan bronchopneumonie werd geen virus aangetoond.In het gorgelwater van 4 grieppatiënten, genomen op den 7den of lateren dag der ziekte, kon geen virus aangetoond worden.Fretten geïnfecteerd met gorgelwater, genomen den 1sten, 2den of 3den ziektedag van grieppatiënten, vertoonden 2–3 dagen later typische ziekteverschijnselen, bestaande in algemeen ziek zijn, koorts en etterige neuscatarrh. De ziekteverschijnselen duurden ongeveer een week.Fretten, die te voren besmet geweest waren met Engelsch virus, werden niet ziek. Fretten, die een infectie met Hollandsch virus hadden doorstaan, waren, behoudens één twijfelachtig geval, immuun voor Engelsch virus.  相似文献   

14.
Het proefschrift van Anouk Janssen, kunsthistorica en juriste, heeft in de Nederlandse pers veel aandacht gekregen, niet het minst ook dank zij de tentoonstelling van oude prenten die de auteur in het Museum Boijmans-Van Beuningen in Rotterdam rond het thema van haar onderzoek mocht organiseren. De lezing van dit vlot geschreven en prachtig uitgegeven proefschrift is een waar plezier. Via zes hoofdstukken, logisch geordend tussen een uitvoerige inleiding en een korte conclusie, leidt de auteur de lezer binnen in de verbeelding van de ouderdom in de Nederlandse prentkunst tussen 1550 en 1650. De bestudeerde prenten verbeelden de levensfase van de ouderdom - al of niet in de context van de afbeelding van een visie op de hele levensloop - als (mogelijk) gekenmerkt door een aantal positieve kenmerken zoals vroomheid en ingetogenheid, ervaring en wijsheid, en een aantal negatieve kenmerken zoals gierigheid en hebzucht, lust en ongelijke liefde.  相似文献   

15.
A. Gilles 《Genetica》1957,28(1):42-50
Résumé Il ressort de divers essais de traitement de graines deS. Antipoviczii, par la colchicine, que la concentration optima est de l'ordre de 0,2%. La durée de l'immersion doit être d'environ 6 heures, s'il s'agit de graines prégermées; de 5 à 6 jours, s'il s'agit de graines sèches. Des observations analogues ont été faites, après traitements semblables, chezS. verrucosum etS. longipedicellatum.Le traitement, dans les conditions précitées, de graines deS. tuberosum, variétés Flava et Katahdin, a donné des plantes octoploïdes réduites, à feuilles coriaces, à pigmentation très foncée, terminalement ramifiées (Flava) ou non ramifiées (Katahdin); elles se sont montrées entièrement stériles pendant deux années consécutives, après avoir végété pendant 9 à 10 mois; leurs tubercules sont petits et peu nombreux.
Summary Various colchicine treatments of seeds, inS. Antipoviczii, have shown that the optimum concentration of the solution is 0,2%. Pre-germinated seeds should be soaked for about 6 hours and dry seeds 5 or 6 days, as is indicated through cytological analysis at various steps of the treatment. The same result have been obtained withS. verrucosum andS. longipedicellatum.After such a treatment, octoploids plants ofS. tuberosum var. Flava and var. Katahdin have been produced, which remain small and form thick dark-green leaves; the stem is thick, but very flexible, with dense terminal ramification (Flava) or without ramification (Katahdin). They produce a few small tubers but are completely sterible; in 1953 and in 1954, no flower has appeared even after a vegetative period of 9–10 months each year.

Samenvatting Een vergelijking van verschillende colchicine-concentraties, waarin zaden vanSolanum antipoviczii geweekt werden, heeft aangetoond dat de optimum-concentratie van de oplossing 0.2% bedraagt. Voorgekiemde zaden verlangen een onderdompeling van ongeveer zes uur, droge zaden vereisen vijf tot zes dagen, zoals bleek uit een cytologische analyse op verschillende tijdstippen tijdens de behandeling. Dezelfde resultaten werden verkregen metS. verrucosum en metS. longipedicellatum.Na zulk een behandeling werden octoploide planten vanS. tuberosum var. Flava en var. Katahdin verkregen, welke planten klein blijven en donkergroene, leerachtige bladeren vormen; de stengel is dik, maar goed buigbaar, met een dichte terminale vertakking (Flava) of onvertakt (Katahdin). Deze planten bleken twee jaar lang (1953 en 1954) volkomen steriel te zijn, in deze zin, dat ze na een vegetatieve groeitijd van 9–10 maanden niet tot bloei zijn gekomen. Wel produceerden ze talrijke kleine knolletjes.


Recherches subsidiées par le Fonds National de la Recherche Scientifique (Crédits aux Chercheurs).  相似文献   

16.
Boekbesprekingen     
De psycholoog Carl Gustav Jung gebruikte bijna honderd jaar geleden de baan van de zon als metafoor voor de menselijke levensloop. Als de zon na het middaguur langzaam daalt, worden de schaduwen langer. Het is niet verwonderlijk dat deze metafoor opduikt in de titel van het boek dat Alfons Marcoen samen met Ria Grommen en Nancy van Ranst heeft geredigeerd. Marcoen promoveerde immers in 1973 op de levenslooppsychologie van Jung. De kennis opgedaan in de decennia die daarop volgden heeft nu een plaats weten te vinden in dit rijke boek dat een mooi overzicht biedt van de psychologie van het ouder worden.  相似文献   

17.
Met de term “sarcopenie” bedoelt men het verlies aan spiermassa en de daarmee gepaard gaande vermindering van spierkracht als rechtstreeks gevolg van het ouder worden. 1 Hierin verschilt sarcopenie van andere vormen van spierverlies zoals wij dat terugvinden in de cachexie die voorkomt bij inflammatoire aandoeningen of bij tumorale processen. Als een echt leeftijdsgebonden fenomeen doet het zich dus ook voor bij de “gezonde” oudere. Natuurlijk zullen optredende ziekteprocessen de evolutie van sarcopenie kunnen versnellen. Op een bepaald moment zal de sarcopenie interfereren met de mobiliteit van de persoon. Hierdoor stijgt het risico voor het optreden van kwetsbaarheid (frailty) en verlies aan autonomie.  相似文献   

18.
Samenvatting Er wordt een beschrijving gegeven van de bereiding en de standaardisatie van staphylococcen-toxoïd, zooals die door het Rijks Instituut voor de Volksgezondheid geschieden.Voorts worden, aan de hand van proeven, enkele opmerkingen gemaakt over het wezen van de immuniteit tegen besmetting met staphylococcen.  相似文献   

19.
Enige maanden geleden is binnen de Geriatrie in Nederland discussie ontstaan over de vraag of voor anemie bij ouderen dezelfde grenzen voor het hemoglobinegehalte moeten worden gehanteerd als voor jongere personen. Izaks en Westendorp spraken zich duidelijk uit voor het hanteren van dezelfde criteria voor de vaststelling van anemie bij jong en oud. 1. Dezelfde auteurs hadden zich al eerder uitgesproken voor het hanteren van dezelfde grenswaarden bij ouderen als bij jongeren. In een in 1999 gepubliceerd onderzoek werd verslag gedaan van een 10 jaar durend onderzoek bij circa 900 85-plussers in de Leidse 85-+ studie. De groep mensen die bij het begin van het onderzoek een lager Hb gehalte hadden dan de WHO grenscriteria bleek na 10 jaar een verhoogde sterfte te vertonen van 29% bij de mannen en 60% bij de vrouwen.  相似文献   

20.
Een goede vocht- en voedselvoorziening in zorginstellingen lijkt een vanzelfsprekende zaak in een welvarend land als Nederland. Niettemin constateerde de Inspectie voor de Gezondheidszorg in 1997 dat lang niet altijd eten en drinken in deze instellingen op de behoefte van de cliënt gerichte zorg is. 1 Sinds 1997 is er veel verbeterd. De betrokken beroepsverenigingen hebben onder auspiciën van ARCARES de handschoen opgepakt en een richtlijn opgesteld die handvatten biedt voor een verantwoord vocht- en voedingsbeleid binnen de instellingen. 2 Helaas blijkt volgens een recent rapport van de Inspectie deze zorg toch nog onvoldoende bij ongeveer een derde van de onderzochte instellingen.  相似文献   

设为首页 | 免责声明 | 关于勤云 | 加入收藏

Copyright©北京勤云科技发展有限公司  京ICP备09084417号